‘Bangers rijden geeft een behoorlijke adrenalinekick’

Benteloër Michael Doeschot (24) werd al eens ‘best wrecker’ en hij verslijt ongeveer vier auto’s per jaar. Wat hij doet? Bangerraces en autorodeo rijden. En aankomend weekend, tijdens de Midzomerfeesten Bentelo, rijdt hij een thuiswedstrijd. “Het geeft een behoorlijke adrenalinekick, maar toch is vier keer per jaar voor mij voldoende.”

Michael, leg eens uit wat bangerraces zijn?

“Je moet het niet verwarren met een autorodeo, daarbij rijdt je rondjes en probeer je auto’s in te halen door ze aan het spinnen te brengen of door auto’s opzij te drukken. Bij bangerracen rijd je rondjes en rijdt je op elkaar in tot er nog maar een auto over is. Je hebt mensen die hierbij gaan voor de snelheid, maar de meesten gaan voor de klappers. En daar ben ik er een van.”

Hoe ben je op het idee gekomen om bangerraces te gaan rijden?

“Op mijn achttiende reed ik mijn eerste race. Als klein jongetje ging ik al bij de jongens in het dorp op de oprit kijken waar ze bezig waren met de voorbereiding op de races. Toen ik mijn rijbewijs had gehaald, ik was zeventien-en-een-half, heb ik een crossauto gekocht en klaargemaakt voor een race. Sinds drie jaar rijd ik in het team Boogiemen. Ik kwam het team tegen bij wedstrijden, we sleutelden samen en toen mocht ik erbij.”

Ben je dan ook automonteur in het dagelijks leven?

“Nee, helemaal niet. Ik ben inseminator en doe kunstmatige inseminatie bij rundvee.”

Wat is het mooiste aan deze autosport?

“Het geeft een behoorlijke adrenalinekick als je op de baan zit en daadwerkelijk mee doet. Gaaf is als je flinke klappen uitdeelt, we noemen dat hits, en dan na zo’n hit weer wegkomt. Natuurlijk gebeurt het ook wel eens dat je niet meer wegkomt. Daar baal ik niet van. Je weet dat wanneer je instapt dit een risico is. Je geeft elkaar na de tijd een hand en gaat samen na beleven en drinkt een biertje. Maar het allermooiste moment is, wanneer je de bocht uitkomt en je ziet dat iemand op jouw teamgenoot inrijdt. Je weet dat jij dan nog het hele rechte stuk hebt om vol gas bij hem achterin de auto te rijden.”

Is het ook niet ontzettend gevaarlijk?

“Dat valt op zich wel mee. Er worden natuurlijk ook veel veiligheidseisen gesteld. Zo moet je een kooiconstructie in de auto hebben. Ook je helm wordt gekeurd vooraf. Daarnaast draag ik een brandwerende overal en een neksysteem dat ze met de formule 1 ook gebruiken. Dat laatste zorgt ervoor dat ik ook nauwelijks nog spierpijn heb na een race en is gewoon veel beter voor mijn lichaam. Daarnaast zijn er ook regels: zo mag je niet op stilstaande auto’s in rijden aan de bestuurderszijde. Dat is het gevaarlijkst voor de bestuurder. Maar als je recht achterin de auto rijdt, en dat weet elke bestuurder, dan heb je daar het minst last van als bestuurder, dan gebeurt er nooit wat.”

Is het een dure hobby?

“Het is zo duur als je het zelf maakt. Je verslijt ongeveer een auto per deelname. En daarom heb ik voor mezelf ook bepaald dat vier keer per jaar voldoende is. Ik rijd in Hengevelde en de Hoeve autorodeo en in Mariënvelde en Bentelo bangerraces. Het kost ook wel tijd om de auto startklaar te krijgen. Voor zo’n thuiswedstrijd in Bentelo wil ik natuurlijk dat alles tiptop in orde is. Dan moet de auto technisch klaar zijn, maar ook strak in de kleuren zitten. Als de tijd het toestaat dan spuit ik met verf de binnenkant bijvoorbeeld ook nog helemaal zwart. Maar ik heb meer hobby’s: ik ben ook nog voetballeider en zit in de paaspartycommissie en nieuwjaarscommissie. En hoe gaaf bangerracen ook is, ik wil meer doen dan alleen maar in mijn schuur staan om de auto’s rijklaar te maken. Soms ga ik ook gewoon naar een race om naar teamleden te kijken en hen te helpen. Daar beleef ik net zoveel plezier aan.”

Hoe kunnen we jou herkennen komend weekend tijdens de bangerrace?

“Ik rijd altijd in een Ford Mondeo. En met mijn team ben ik te herkennen aan de kleuren geel/rood. Zondag verschijnen er vier auto’s van ons team aan de start. Ik kan niet wachten. Een thuiswedstrijd is altijd leuk, daar leef ik echt naartoe.”